donderdag 15 juni 2017

100 vastendagen

Donderdag 15 juni 2017 - Ĺübeck  (o.a. stadswandeling met gids)

Lübeck ligt op een eiland dat wordt omgeven door de riviertjes de Trave en de Wakenitz. Het eiland is ruwweg een kilometer breed en twee kilometer lang. Dichtbij de Oostzee met een verbinding via de Trave vormde het dé ideale plek voor de Saksische hertog Heinrich der Löwe om er speciaal voor de handel met de Baltische staten een stad te stichten.

Nu ging dat niet zonder slag of stoot. De helft van het eilandje bestond uit moeras waarin het lastig bouwen was. Daarom trommelde Heinrich Hollanders en Friezen op die voor hem de afwatering regelden. Vervolgens lokte hij met allerlei voordelen kooplieden uit Westfalen en het Rijnland en sloot eeuwidurende vrede met de Gotlanders, zodat die vrij toegang tot de stad hadden. Er ontstond een levendige handel met het Oostzeegebied met als gevolg dat er gebouwd werd dat het een aard had. In de 13e eeuw was Lübeck met 25.000 inwoners al de op één na grootste stad van Duitsland. Alleen Keulen was met 35.000 inwoners groter.

De Hanze was, vertaald naar onze tijd, een soort combi van de EU, de NAVO en de OPEC. Het succes van de Stedenbond was gebaseerd op oligargie. Ze beheersten de hele keten van productie, transport en verkoop van essentiële levensmiddelen en gebruiksvoorwerpen. Ze stonden elkaar militair bij en verdeelden onderling de markt.

Er werd weliswaar veel verdiend, maar een flink deel daarvan werd geïncasseerd door de heersende vorst, de opvolger van hertog Heinrich. Daarom verzonnen ze een list om van hem af te komen.

Ze 'vonden' een oude oorkonde en pasten de tekst wat aan zodat het leek alsof er stond dat Lübeck vanouds een vrije stad was geweest. Dat wil zeggen rechtstreeks verantwoording en belasting schuldig aan de keizer (die handig ver weg woonde) en niet aan zo'n hertog met een voorliefde voor dure kastelen en oorlogvoeren. Vervolgens ging een delegatie op bezoek bij de keizer, Friedrich II. Deze aarzelde en wendde zich tot zijn adviseurs. Veiligheidsheidshalve hadden de kooplieden deze vooraf al omgekocht. Om hun argumenten nog 's extra kracht bij te zetten, hadden ze twee kisten meegebracht. Eén gevuld met zilver en één met goud. De keizer keek en bezweek voor de kleur van de argumenten. Voortaan was Lübeck een vrije Hanzestad en dat is het nog steeds.

Kerk en koopman waren nauw verbonden in die tijd. Als er een belangrijke zakelijke beslissing moest worden genomen, dan gebeurde dat in de kerk omdat ze dachten dat niemand je zou durven bedonderen onder het toeziend oog van God. De Marienkirche, met z'n hoogte van 125 meter de hoogste kerk uit de  baksteengothiek van Duitsland, was de kerk van de kooplieden. Wijselijk was er in deze kerk een speciale kapel ingebouwd waar klerken als een soort notarissen direct de nodige actes konden opstellen.

Als bisschopsstad heeft Lübeck natuurlijk ook een Domkerk. Om van de bisschop toestemming te krijgen om een kerk te bouwen die hoger was dan de Dom, herhaalden de kooplieden het trucje met de kisten zilver en goud. Ook de bisschop  zwichtte. Hij gebruikte het geld om de Domkerk te verlengen. Toen beide kerken na 90 jaar eindelijk klaar waren, bleek dat de Marienkirche met 125 m inderdaad de hoogste was. De  Dom was echter dusdanig verbouwd dat deze een lengte had van... 126,5 m. Klassiek gevalletje van 'de mijne is de langste'.

De rijkdom van de stad trok als een magneet allerlei volk aan met verkeerde bedoelingen. Om te zorgen dat de stad op het eiland niet overvallen zou worden, werd er een viervoudig (!) poortensysteem opgezet. De grootste,, de  laatste poort, heet de Holstentor,. Deze staat er nu nog. Hij is wereldberoemd want het beeld ervan heeft decennialang op de briefjes van 50 D-Mark gestaan en op marsepeinverpakkingen. De stad binnenvallen ging zo maar niet. Als het al lukte om voorbij de eerste drie torens te komen, dan werd je vanuit de Holstentor onder vuur genomen met kanonskogels aangevuld met heet water en kokende olie.

Bijna had de stad een wereldberoemde bewoner gehad. Johan Sebastian Bach heeft hier een paar maanden gestudeerd bij de stadsorganist Buxtehude. Deze stierf en het stadsbestuur bood Bach de baan aan. Er was slechts één kleine randvoorwaarde: hij moest  trouwen met Buxtehudes oudste dochter (anders zou de stad in haar onderhoud moeten voorzien). Bach koos eieren voor z'n geld en vertrok spoorslags naar Leipzig. Lübeck betreurt dit besluit tot op de huidige dag. Wat de dochter van Buxtehude van dit alles vond vertelt de overlevering jammer genoeg niet.

Nog iets over het succes van de Hanze. Een van de redenen dat ze zoveel geld verdienden, was door de verkoop van gezouten haring. Die vis werd gegeten op vastendagen. De kerk van toen had nogal wat vastendagen. In een normaal kerkelijk jaar waren dat er niet minder dan 100. Succes verzekerd voor de vrome koopman!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten