donderdag 8 juni 2017

De zingende zusters

Bremervörde, Jugendhotel (Bremen -> Grasberg -> Kirchtimke -> Ostereistedt -> Selsingen -> Hesedorf -> Bremervörde; 79 km, vrijwel hele dag regen en fris).

Die geur... Het deed me ergens aan denken, maar aan wat? Toen ik opbelde om een kamer te reserveren had het meisje dat opnam al gezegd dat dit geen gewone jeugdherberg was, maar dit had ik toch even niet verwacht. Maar kom, ik loop op de zaken vooruit. Eerst maar 's iets over het fietsen vandaag.

Om met de fiets in of uit een grote stad te komen, is vaak een puzzel. Maar bij deze route gaat het prima. Het binnenkomen via de Weserdijk was zowel mooi als makkelijk en het verlaten van de stad verliep ook zo. Met een goed vindbare, doorgaande fietsroute langs het grote Bürgerpark was ik in een half uurtje de stad uit.

Daarbij werd ik begeleid door Gert. Onderweg naar zijn werk op de Uni fietsten we samen op en wisselden ervaringen uit. Zo gaat 't vaak: je komt iemand tegen die ook fietst en voor je het weet heb je al fietsend een heel gesprek. Het wonderlijke is: het gáát ook echt ergens over. Je kunt het niet afdwingen, maar deze spontane ontmoetingen vormen voor mij vaak de kers op de taart bij een fietstocht.

Het gebied ten noorden van Bremen lijkt op dat ten zuiden van de stad, maar er zijn een paar opmerkelijke verschillen. Beide gebieden zijn landbouwgebieden. Ten zuiden van Bremen zijn er veel grote fabrieksboerderijen. Het gebied tussen Bremen en Hamburg is wat kleinschaliger. Graan, aardappels, koolzaad en maïs wisselen elkaar af. Daar tussendoor lege weilanden die alleen nog voor het hooien worden gebruikt. De koeien staan op stal en die ruik je als je door de dorpjes rijdt. De staldeuren staan open en de kruidige stallucht wordt afgewisseld door de diepe, zoete geur van de boerenjasmijn die bij alle boerderijen staat en nu op z'n hoogtepunt is.

Het graan wordt afgewisseld door  stukken bos. Michaël Wannet, de maker van deze route, moet een liefhebber van eenzaamheid zijn geweest, want vaak kom je langs totaal verlaten wegen waar je geen mens tegenkomt. Daar moet je tegen kunnen. Zelf vind ik dat prima. Als boerenkind geniet ik van de stilte van het land en er valt altijd veel te zien  onderweg.

Zo heb ik vandaag - in de stromende regen - twee keer een hele tijd met de verrekijker staan kijken naar een ree langs de bosrand. Prachtig!
Het valt me overigens op dat hier veel minder hoogzits zijn dan ten zuiden van Bremen, maar ik betwijfel of er daarom ook minder wordt gejaagd. Het wild is opmerkelijk schuw en dat zegt heel wat.

Nog iets wat opvalt, is dat er hier geen manshoge Christusbeelden en devotiekruizen voor de boerderijen staan. Logisch, want deze streek is luthers, maar het heeft ook iets kaals. Hier geen schuren met 'Gott ist mit uns' op de dwarsbalk. Maar ik vermoed dat er ook hier toch stiekem een beetje gerekend wordt op steun van boven voor de oogst. Een mens blijft een mens en een boer heeft nou eenmaal z'n hele hebben en houen buiten staan.

Nog iets over de route waar andere fietsers wellicht iets aan hebben. Wannet had (hij is in 2016 overleden) een absolute voorkeur voor achterafweggetjes door weilanden en  landerijen en verlaten bospaadjes. Die zijn altijd mooi, maar soms niet zo makkelijk te fietsen. Vandaag zaten er kasseistroken bij waar de Ronde van Vlaanderen stinkend jaloers op zou zjjn! Voor het stuk tussen km. 26.4 en 37.5 heb ik dan ook gekozen voor het alternatief over Kirchtimke omdat in het boekje staat dat dat een lastig stuk is en het de hele dag regende. Dat asfaltalternatief beviel me prima.

Na zeven uur mot- en echte regen was ik in Bremervörde. Het Jugendhotel was lastig te vinden, ieder die ik de weg vroeg, wist héél zeker waar het lag, alleen wezen ze allemaal een andere kant op. Tsja...

Het Otel, zoals het wordt genoemd, ligt in de buurt van het seniorencentrum wat op zijn beurt pal naast het kerkhof ligt, voorwaar een knap staaltje van stedebouwkundige planning!
Als ik aankom bij het Otel, staat de hele hal vol joelende en zingende kinderen. Er is een klas 'rugzakkids' en er is een groep kinderen met o.a. Down  Mijn (enorme) kamer blijkt voorzien van een invalidendouche en nog zo wat praktische zaken die ik voorlopig niet nodig hoop te hebben. Desalniettemin: een fijne plek om te zijn met deze bijzondere gasten.

Ontroerend vind ik het hoe de begeleiders omgaan met de kids. Ze zijn niet zuinig met knuffels, maar ook niet bang om er eentje in z'n kraag te grijpen als dat nodig is.

Ja, en dan die geur... In het hele Otel hangt die ondefenieerbare geur... Ineens weet ik het weer: zo rook het klooster in mijn jeugd ook. De geur van zeep, zusters en zondeloosheid. Maar één ding is zeker: de zusters van toen konden véél beter zingen dat dit lief zootje ongeregeld hier - mezelf incluis.

1 opmerking:

  1. Fijn, een dag waar je trots op kunt zijn. Bij gelegenheid toch eens vertellen omtrent hét klooster uit jouw jeugd. Maar nu eerst voorspoedig verder op deze mooie rit.

    BeantwoordenVerwijderen

Bourtange

Zondag 4 juni, Pinksteren - Als ik om negen uur Bourtange binnenfiets, lopen er alleen een paar mensen uit de 18e eeuw rond. Touristen zijn ...